20 jaar later - mijn papa
Twintig jaar geleden liep ik met mama in het ziekenhuis. Het was vijf uur, bezoektijd. ‘Mooie tijd’, zei ik nog tegen haar. Achteraf vraag ik mij af waarom ik dit zei. Wat is er nu mooi aan vijf uur? We kwamen bij de kamer waar papa lag, maar mochten niet naar binnen. Later bleek dat hij vijf uur ook een mooie tijd vond om ons voor altijd te verlaten.
Ik was boos toen hij dood was. Vragen als: Had hij er niet meer voor mama kunnen zijn? Waarom kon hij dat roken niet laten?
In de twintig jaar daarna is mijn liefde voor hem alleen maar groter geworden. De vragen zijn beantwoord. De boosheid heeft plaatsgemaakt voor respect en warme gevoelens. Ik begrijp nu dat hij leefde in een wereld die hem niet begreep, en die hij zelf ook niet begreep. Er was toen geen plaats voor mensen met talent als ze niet genoeg sociale vaardigheden hadden. Gelukkig is de wereld veranderd en is er nu meer ruimte en begrip voor unieke mensen die niet in een standaard hokje passen.
Papa was geweldig, hij kon zóveel! Prachtige meubels maken die nooit kapot gingen. In mijn schuur hangt nog steeds een rood boekenkastje dat nooit vergaat en dat mij ook nooit zal verlaten. Zoals hij meubels maakte, zie je ze nu niet meer. Eerst tekende hij alles zorgvuldig uit en liet niets aan het toeval over. Zo maakte hij bedden, schuurtjes, speelhuisjes en karren. Dit was zijn manier om ons te laten weten: ik hou heel veel van jullie. Papa was een totok, een Nederlander opgegroeid in Nederlands-Indië. Zijn bijna poëtische Nederlandse uitspraak, zijn traagheid in handelen en het ongrijpbare aan hem – voor mij past het er allemaal bij.
Op verjaardagen kwam er bezoek. Papa gaf de visite drie kussen, want hij wist inmiddels dat dat erbij hoorde. Soms gaf hij een onhandig handkusje aan een dame, zijn manier om wat afstand te bewaren. Na een kwartier praten en een kop koffie vond hij het welletjes en ging zijn eigen gang, terwijl mama voor de visite zorgde. Niemand vond het vreemd dat hij er de rest van de tijd niet bij was. Net voordat het bezoek wegging, riep mama hem en dan nam hij met drie zoenen weer afscheid. Ik begrijp wel dat hij verjaardagen niet leuk vond. Voor hem waren ze vooral veel lawaai, zoenen en verplicht opzitten.
Papa hield van gewoontes. Elke ochtend maakte hij zijn eigen eten en koffie klaar. Nadat hij alleen naar de kerk was geweest, schoof hij aan bij het zondagse ontbijt. Het eitje dat speciaal voor hem gemaakt was, bleef onaangeroerd net als het kopje thee dat koud weer naar de keuken terugging. Terwijl wij aten, was dit hét moment waarop papa zich liet horen. Hij vertelde volop over wat er in de kerk besproken was en koppelde dat aan de politiek en aan wat er in de wereld speelde. Hij wist overal van, kon overal over meepraten en aan tafel werd er met respect gediscussieerd. Nadat het ontbijt opgeruimd was, ging de rest van de familie naar de kerk en kon papa genieten van een moment rust.
Soms mocht ik bij hem op schoot en tekende hij iets voor mij. Hij rook dan naar Fresh-up, shag met een vleugje papalucht. Vol verwachting en bewondering keek ik naar het papier waarop een hele berenfamilie verscheen. De berenfamilie was geen knuffelberenfamilie maar had meer weg van echte beren waar je normaal gesproken bang voor zou zijn. Gelukkig keek babybeer vrolijk en hoorde er een opgewekt verhaaltje bij. Het feest was compleet als hij mij daarna onder mijn schouders vastpakte en ik onder zijn lange benen door mocht schommelen.
Het mooiste was de liefde tussen papa en mama. Ze keken elkaar vaak zo verliefd aan. Elk jaar op hun trouwdag kocht hij rode rozen voor haar. Eén roos voor elk jaar samen. Op het kaartje stond: Met alle liefde in ... jaar. Alleen het jaartal veranderde. Na het vijfentwintig jaar samen bleef het aantal rozen op vijfentwintig staan, ik denk onder invloed van mama, die wat praktischer was.
Papa je was een uniek mens met grote talenten. Alle respect voor wie jij was!
Terima kasih (Dank je wel)
Floor
Illustratie: Rens Thijsen